
Beginnen met verhalen schrijven is spannend. Elk verhaal is een kindje, als het wordt gepubliceerd laat je het los en dan gebeurt er van alles… Reacties, adviezen, waardering of juist niet?
Natuurlijk heb ik de afgelopen jaren vóór mijn pensionering veel geschreven: beleidsnota’s, stukken in personeelsbulletins, jaarverslagen, projectaanvragen. Toch heb ik gemerkt dat het echt anders is: in verhalen zit minder zakelijks en meer van jezelf. Dat maakt je kwetsbaar op het moment dat je ze los moet laten. Er komen reacties van redacteuren, van recensenten, van lezers en (bij wedstrijden) via jury-verslagen. Ze komen privé, op social media en op bijvoorbeeld Hebban . Dan zet je die veelheid van visies op een rijtje en soms denk je: ik doe dit voor mezelf en niet voor de reacties. Maar ondertussen is voor schrijvers gelezen worden natuurlijk wel waar het om gaat.
Hoe verging het mij? Gewoon, net als bij iedereen: lekker schrijven, soms hard werken. Leuk creatief bezig zijn én ellendige uren correctiewerk. Adrenaline als een verhaal geaccepteerd wordt, frustratie als het geweigerd wordt, nog meer frustratie als er geen enkele reactie komt. Vaak begrip voor inhoudelijke of redactionele opmerkingen, een enkele keer de irritatie van ‘dan heb je slecht gelezen!’ of ‘je hebt er niets van begrepen, denk eens een keertje na!’ (en dat is dus, realiseer je je later, allebei de verantwoordelijkheid van de schrijver…).
Kortom: niet anders dan je zou mogen verwachten en dat is dus prima. Er zijn aardig wat verhalen geplaatst in verschillende (online) tijdschriften en verzamelbundels. In een paar wedstrijden heb ik redelijk gescoord (en een paar keer ook niet 😉 ). Ik ben blij met hoe mijn verhalen en boekjes zijn geland. Leuke reacties, zinvolle leerpunten, mooie kritische en ook waarderende opmerkingen.
Mijn leerpunten zijn duidelijk: ik moet meer aandacht geven aan details, aan afwerking, aan woordgebruik, aan taalkundige redactie, aan variatie in woordgebruik en soms aan heldere uitleg over de wetenschappelijke achtergrond (als je schrijft, ben je er zo mee bezig dat je kunt vergeten dat een lezer wat informatieachterstand heeft). Dat ga ik dus allemaal doen en veel ben ik aan het automatiseren, leren blijft mijn kerncompetentie.
Waardering is er ook. Op mijn site verwijs ik bij mijn boekjes naar de sites waar boekbesprekingen zijn verschenen, bij sommige bundels zijn opmerkingen gemaakt over mijn eigen verhalen en die zijn eigenlijk altijd positief. Dat is om blij mee te zien.
Op de site van de NCSF ( Nederlands Contactcentrum voor Science Fiction) scheef de vaste recensent Jos Lexmond bij zijn bespreking van mijn verhalenbundel Het zal anders’ (eBook / paperback) : ‘Bij diverse eerdere gelegenheden, zoals het recenseren van tijdschriften en/of bundels waar Charles van Wettum eerder in opgenomen was, heb ik al gezegd dat Charles een natuurtalent is, die veel te laat met het vertellen van verhalen begonnen is. Maar gelukkig… hij is begonnen én gearriveerd! Je komt hem tegenwoordig overal tegen en zijn verhalen zijn prachtig, humorvol en divers. Hij schrijft als ‘De Groten’ van de jaren zeventig en tachtig. Wat mij betreft mag Charles daar tot het eindigen der dagen mee doorgaan. Met zijn originaliteit blijft alles wat hij schrijft, meer dan interessant! ‘
Dat is natuurlijk heel bemoedigend, ik ga dus gewoon door 😉. Ik kan me voorstellen dat je denkt: dan wil ik ook wel eens iets lezen. Dat kan, maar een waarschuwing: het is science fiction – een apart genre, dat ik bovendien bedrijf op de manier die in de ‘gouden jaren’ gebruikelijk was – vrij ‘hard’ (= wetenschappelijk), met een wat naar het zakelijke neigend taalgebruik. Maar het gaat wél altijd over mensen (soms: wezens), over hoe zij zich gedragen in de omstandigheden die ik voor ze verzin. SF is het, SF blijft het 😀. Als je het desondanks toch wilt: info over mijn verhalen (met links naar een paar typische verhalen die gratis online te lezen zijn) vind je op www.wettum.org/sf . Info over mijn (e)boekjes staat op www.wettum.org/boeken.
