Op 26 april mocht ik meepraten in de podcast Culture Coated (gemaakt door Wim Wilms van Radio Benelux België) over ‘SF en economie, maatschappij, beurzen en wat al niet meer’. De link naar de podcast (pas op: hij duurt twee uur!) staat hier direct onder. Hieronder naar aanleiding van het gesprek een paar gedachten over SF en technologische ontwikkelingen.
De SF-auteur Frederic Pohl heeft ooit (ongeveer) gezegd: ‘Goede SF voorspelt niet de auto, maar de file.’ Daarmee bedoelde hij natuurlijk: niet de technologische ontwikkeling staat centraal, maar de gevolgen ervan. Hij was zeer actief vanaf de Gouden Jaren van de SF, de jaren ’50 tot ’70, toen de mensheid over technische vooruitgang nog optimistisch was en iedereen (of toch in ieder geval beleidsmakers) meenden dat de problemen van de mens zouden kunnen worden opgelost door wetenschap, groeiende kennis en technologische ontwikkelingen – al moeten we eerlijk zijn: ook al in die decennia waren er SF-auteurs die de gevaren en nadelen daarvan in hun verhalen beschreven.
Zelf breid ik de oneliner van Pohl graag uit tot: ‘SF gaat niet over de auto, ook niet over de file, maar over de mens in de file’. Meer dan in de decennia net na de Tweede Wereldoorlog besteedt SF aandacht aan de invloed die de ontwikkelende wetenschap heeft op mensen, zowel indivdueel als in groepen.

Zegeningen en vloeken
Natuurlijk hebben wetenschap en technologie ons veel goeds gebracht. Ik denk aan voedselproductie, medische wetenschap, transport- en communicatiefaciliteiten, verhoging van arbeidsproductiviteit en daardoor economische groei en rijkdom – we zouden (met onze wereldbevolking, onze gewenning aan de dagelijkse gemakken en luxe) niet meer zonder kunnen leven.
De periode van de Koude Oorlog liet diepe sporen na. Er ontstond wantrouwen in de wetenschap door de toepassing ervan in wapens (nucleair, chemisch, biologisch). Het wantrouwen werd versterkt door politieke systemen die allemaal (?) onbetrouwbaar bleken, met hun oorlogen, politici, bedrijven en rijke particulieren die (massaal?) uit bleken te zijn op gewin. Vertrouwen in technologie niet alleen minder vanzelfsprekend, maar zelfs verdacht.
Steeds meer (directe of indirecte) nadelige neveneffecten van technologie zijn duidelijk geworden: milieuverontreiniging en afvalproblematiek, klimaatproblemen, overconsumptie en overbevolking, nieuwe ethische dilemma’s, privacy, schaalvergroting, ontmenselijking, sociale verarming en vereenzaming, nieuwe vormen van armoede en klassenverschillen.
Moderne SF legt meer nadruk op de problemen die juist technologie met zich meebrengt en is daardoor over het algemeen pessimistischer. Het is geen wonder dat binnen SF de dystopie tot een apart genre is uitgegroeid: het honoreert de angsten die veel mensen voelen wanneer ze om zich heen kijken naar de ontwikkelingen in de wereld. Daarbij gaat het niet alleen om de techniek zelf, maar juist ook om de ontwikkelingen die door techniek mogelijk worden gemaakt of er zelfs een automatisch gevolg van zijn. We kunnen er niets aan doen, ondanks onszelf gebeuren de dingen: groeiende sociale problemen, wereldwijde verstedelijking en volksverhuizingen, individuele overprikkelijking en overbelasting, consumentisme in persoonlijke en zakelijke relaties, en nog heel veel meer. Het gevoel van machteloosheid is niet te vermijden.
Onoverzichtelijkheid en nieuwe mythen
De wereld is ongetwijfeld onoverzichtelijker geworden. Veranderingen gaan steeds sneller, ze worden elk decennium moeilijker te volgen – en dat geldt niet alleen voor ouderen. De gevolgen worden tegelijk maatschappelijk steeds ingrijpender: de voor vrijwel iedereen onbegrijpelijke techniek leidt tot steeds ingewikkelder procedures, steeds gecompliceerdere wet- en regelgeving, voortdurende aanpassingen in omgangsvormen en maatschappelijke gewoonten.
Er is steeds meer wat onze wetenschappers kunnen: medisch, genetisch, weer en klimaat, ruimtevaart, productiemethoden, en nog veel meer. Dus komen er ook voortdurend ingewikkelder beslissingen bij en daarmee ook grote verantwoordelijkheid. Zonder dat wijzelf enige keus hebben, worden we afhankelijker van de deskundigheid van anderen, en daarmee ook van hun kwaliteit, hun inzichten en (niet in de laatste plaats:) van hun ethiek.
Helaas: de ervaring leert dat vertrouwen in deskundigen regelmatig (vaak?) beschaamd wordt. Soms is dat omdat de problemen te complex zijn. Soms omdat mensen en organisaties niet competent zijn, maar toch iets moeten of doen. Vaak missen beleidsmakers het benodigde instrumentarium of worden ze door de veeleisende maatschappij opgezadeld met onuitvoerbare opdrachten. En ja: soms gaan dingen ook gewoon fout omdat de betrokken medemensen schurken zijn die er geen enkel probleem mee hebben om de boel te belazeren. Een mens wordt er cynisch van.
De problemen met deskundigheid worden enthousiast misbruikt door charlatans die zich van alles roepen en op die manier geld, macht en aanzien verkrijgen door het manipuleren van de mensen die het ook allemaal niet meer kunnen volgen. Het is van alle tijden, maar met de social media is dat boevenwerk wel een stuk eenvoudiger geworden. En hoe moeten mensen zich ook redden? Het onderscheiden van betrouwbare informatie en desinformatie wordt met de dag moeilijker. Welke informatiekanaal levert nog échte feiten? Welke factchecker moet ik geloven? Het is waarachtig geen wonder dat wantrouwen de kop opsteekt.
In de onoverzichtelijke wereld hebben de afgelopen decennia (volgens mij) de oude, grote verhalen langzamerhand terrein verloren – of misschien moet ik zeggen: ze hebben andere vormen gekregen. Ik denk dan aan de secularisering (in ieder geval in West-Europa), aan het verdwijnen van de samenhangende maatschappelijke ideologieën als sociaaldemocratie (met haar zorg voor de zwakkeren), liberalisme (met de rechten én verplichtingen van het individu).
De grote verhalen leverden betekenis en een samenhangende visie op handelen, maar het lijkt me dat ze minder belangrijk zijn geworden, en/of anders functioneren. Soms zijn ze vervangen door seculiere uitgangspunten die minstens net zo meedogenloos worden ingezet als de oudere ideologieën: marktgeloof, meritocratie, indvidualisme dat als overtuiging verkleed egoïsme blijkt te zijn. Maar ook restanten of aangepaste vormen van die oude overtuigingen, complottheorieën, geloofjes, ‘alternatieve’ geneeswijzen of levenswijzen en zelfs oeroude religies worden gekozen als middel om te midden van de grote massa een eigen identiteit te vinden. Het is een zoektocht om in de onbegrijpelijkheid van de wereld structuur te vinden. Een plaatsje voor jezelf. Betekenis.
Misschien zou je ook ontwikkelingen als extreme klimaatangst hieronder kunnen/ moeten rekenen. Al is de klimaatontwikkeling zeker zéér zorgelijk en is ferm ingrijpen heel hard nodig, soms lijkt de beweging meer zingeving en zo een deel van de persoonlijkheid van deelnemers te zijn geworden. Over het algemeen wordt de overtuigingskracht daarmee niet groter.
De file, dat ben je zelf
Het is allemaal inderdaad niet meer te overzien. Terwijl wij ons bezighouden met onze eigen zaken (de auto) overkomen ons al de rampen die niet zozeer afhangen van onze individuele keuzes, maar wel van de collectieve (de files). Ze beperken ons, soms zijn er aanrijdingen, onze vrijheid wordt bedreigd. We raken beschadigd, we lopen mis waar we op hadden gerekend. Het is niet onze (individuele) schuld, maar we zijn wél slachtoffer. We hebben het zwaar…
We klagen dus wat af – terecht of niet terecht. Slachtofferschap is populair: het levert geen risico’s op en je krijgt er (in ieder geval in je eigen bubbel) erkenning voor. Het past naadloos bij onze geïndividualiseerde wereld waarin we op zoek zijn naar likes. Het geeft betekenis aan het leven.
Voor SF-schrijvers op zoek naar onderwerpen is onze moderne maatschappij een paradijsje: met alle nieuwe technologiëen en maatschappelijke ontwikkelingen (de auto’s) zijn er evenveel vormen van problemen, beperkingen, frustraties, slechte ontwikkelingen (de files). Er zijn eindeloos veel mogelijkheden voor verhalen over mensen die in de files zitten of langs de zijlijn staan toe te kijken.
Toch… Af en toe is het nuttig om je de oeroude wijsheid te herinneren: ‘je staat niet in de file, je bent de file’. Niet in je eentje, wel in je Eendje. Dat meenemen in verhalen helpt de lezers zich een kort moment een beetje realiseren dat er in het leven niet alleen machteloosheid en slachtofferschap is, maar ook verantwoordelijkheid. Jij in jouw klein hoekje van de files van deze ingewikkelde wereld, en ik in ’t mijn.
Misschien zit er een klein stukje groot verhaal in elk van die kleine hoekjes. In elk klein verhaal. SF draait – daarvan ben ik overtuigd – om betekenis.
